Hondenschool Eemsdelta
Socialisatie, hoe en wat?

We leren allemaal, wanneer we een pup in huis krijgen, dat socialisatie erg belangrijk is. Onze pup moet met allerlei honden kennismaken en vooral leuk kunnen spelen, we nemen hem mee naar vele sociale/maatschappelijke situaties (winkel, station, park, werk, speeltuin etc.).

En ja, socialisatie is erg belangrijk. Maar wat is het en hoe werkt het?
Socialisatie is, in mijn ogen, leren aan je hond dat hij neutraal kan zijn in allerlei situaties en naar dier en mens. En met neutraal bedoel ik kalm en zonder emoties van angst, blijdschap, opwinding. Dat betekent bijvoorbeeld dat ik met mijn pup naar een speelveld ga en daar gewoon met haar ga zitten. Mijn pup mag haar ogen uitkijken naar alles wat beweegt maar wat ik wil is dat ze kalm bij me blijft zitten. Wat ik haar hiermee leer is dat er, met alles wat ze ziet, niks goeds gebeurt en niks slechts gebeurt. Er gebeurt niets. Die basis wil ik eerst leggen voordat ik haar dichterbij situaties laat komen.
Verrassende uitleg van socialisatie he?!

Stel ik neem haar mee naar dat zelfde speelveld en ik laat haar kennismaken met een hond die daar los aan het spelen is. Grote kans dat het een volwassen hond is. Zal die aardig of onaardig naar haar zijn? Ik weet dat niet. De baas zegt van wel, maar vanuit ervaring weet ik dat het dan toch niet altijd zo is… En stel er komen kinderen aan die mijn pup natuurlijk erg schattig vinden. Rennende en roepende kinderen met grijpgrage handjes, alles goedbedoeld, maar mijn pup schrikt zich te pletter. En dan snort er een e-biker tussendoor maar gelukkig heb ik mijn pup nog aan de lijn.

Dit zijn nog maar 3 momenten op dat speelveld maar leveren mijn pup al zoveel emotie en spanning op. Ik ben dan niet met socialisatie bezig maar leer mijn pup dat ze overal oren en ogen moet hebben omdat vanuit alle kanten iets op haar af kan komen…. Als pup zou ik me toch wat minder veilig voelen.

Eenmaal kalm in diverse situaties, kun je de stap zetten naar toenadering. Maar dan ook altijd vanuit een kalme energie. Dan blijft het leuk en veilig!

Castratie wel of niet

Castratie: door verwijdering van testikels (reu) en baarmoeder + eierstokken (teef) is het niet meer mogelijk dat de hond zich voortplant. Ook wordt door de castratie de hormonale regeling beïnvloedt.
(sterilisatie: slechts ei- en zaadleiders worden afgebonden).

Wanneer je overweegt om je hond (zowel reu als teef) te laten castreren, realiseer je dan dat dit op jonge leeftijd consequenties heeft. Zolang de hond nog in de groei is, zijn de groeischijven nog niet gesloten.
(Het middenstuk van het bot wordt gescheiden van de twee eindstukken door de groeischijven. Groei van bot vindt plaats aan beide zijden van de groeischijven. De groei van het skelet is compleet als de groeischijven zijn vergroeid). Voor een gezonde groei van botten zijn o.a. de hormonen progesteron en testosteron nodig. Wanneer je je hond, voordat hij/zij volgroeid is, laat castreren, beïnvloed je daarmee ook zijn/haar groeiontwikkeling. Botten kunnen langer blijven doorgroeien en zijn lichter. En dit kan weer gevolgen hebben voor de gezondheid van het bewegingsapparaat van je hond.

Er zijn fokkers die aan hun klanten een fokverbod voorschrijven en zelfs een castratieverplichting. Een fokverbod valt vanuit een fokkersoogpunt te begrijpen wanneer het motief is om het ras sterk en gezond te houden volgens de nationale wet- en regelgeving.

Ik krijg nogal eens van cursisten de vraag of ze hun hond wel of niet moeten laten castreren. Dan vraag ik naar hun motief. Soms zijn ze het verplicht vanuit het contract met de fokker van hun hond, soms overwegen ze het n.a.v. gedrag van de hond.
Een castratieplicht gaat mij te ver. Niemand beslist voor mij of mijn hond wel of niet gecastreerd gaat worden. Dat beslis ik. En natuurlijk zal ik advies inwinnen bij dierenartsen.
Castratie bij zowel teef als reu is een flinke ingreep en onomkeerbaar. Als er medisch of gedragsmatig geen indicatie is, lijkt het mij beter om de hond intact te houden.

Dus denk goed na en vraag eventueel een second opinion. Maar realiseer je dat als je de stap zet tot castratie, je wacht tot je hond volgroeid is en mooie stevige en sterke botten heeft!

Kalm en zelfverzekerd leiderschap

Een hond is graag een volger wanneer hij een kalme zelfverzekerde leider heeft. Heeft hij die niet, dan neemt hij die rol over. Want er moet een leider zijn die de regels bepaalt, zorgt voor de veiligheid en de initiatieven neemt tot wat er nodig is…. En dit leidt tot veel probleemgedrag bij honden.
De meeste honden kunnen die rol namelijk niet aan. Ze hebben het gewoonweg niet in zich om zo’n grote verantwoordelijkheid te kunnen dragen. Dat betekent dat wij die kalme zelfverzekerde leider moeten zijn. Maar ook bij ons als mens is het geen vanzelfsprekende kwaliteit….

Wat is dat nou, kalm zelfverzekerd leiderschap?
Als je naar roedels kijkt (wolven, maar ook honden die bij mensen in groepen leven), zie je dat het leiderschap niet komt van de hond met ‘de grootste bek’ maar juist van de hond die het meest kalm en zelfverzekerd is. Die hond behoudt met zijn kalmte de rust in de roedel, stelt met diezelfde energie de regels en zorgt dat ieder veilig is. Natuurlijk is die kalme hond ook wel eens pittig en boos. Vooral als er ongehoorzaamheid aan de orde is. Maar dan is vaak een enkele snauw of lipoptrek al voldoende om de rust weer te laten keren.

Waarom is rust belangrijk in de roedel?
Rust zorgt voor veiligheid. Die veiligheid komt in het gedrang als honden overdadig tekeer gaan, hyperactief dollen en blaffen, of ruzie maken. Waar twee honden flink tekeer gaan, gaat de derde zich er mee bemoeien, de vierde doet een duit in het zakje en voor je het weet staat de hele boel op zijn kop. Energie escaleert. Weg veiligheid, want weg is het overzicht van zowel binnen als buiten de roedel.
Het zit nog steeds in het DNA van de hond dat veiligheid bovenal gaat. Ook al is hij in wezen een roofdier, ook dat roofdier loopt gevaar. Door naburige honden/roedels of andere roofdieren.

Als baas van onze hond moeten wij die rol van kalme zelfverzekerde leider op ons nemen. En het moge inmiddels duidelijk zijn waarom. En ook al zijn we geen geboren leider, we kunnen wel leren ons zo te gedragen. Ik zie het vaak in de consulten: een baas die niet goed dat leiderschap pakt maar meer de hond volgt, teveel commando’s door elkaar gebruikt, teveel beloont en ook nog eens op het verkeerde moment. En reageren we met spanning of opwinding op een bepaalde situatie, dan zal onze hond dat spiegelen en opgewonden of gespannen reageren. Terwijl we dat eigenlijk niet willen.
En dat geeft allemaal niet, als we maar open blijven staan voor ons eigen leren in hoe we een goede leider kunnen zijn voor onze hond. Want dan weet onze hond waar hij aan toe is, wat er van hem wordt verwacht en dat er voor hem wordt gezorgd, qua voedsel, veiligheid en vermaak:)

Hier-komen, de Recall

Het belangrijkste commando om de hond te leren is naar mijn mening het commando “Hier”.
Het zorgt voor veiligheid, fijn samen aan de wandel en geen gefrustreerd roepen terwijl je hond andere dingen interessanter vindt dan jou. Belangrijk dus dat de hond naar je toekomt als je Hier roept. Dat willen we allemaal. Maar waarom is het dan voor zoveel bazen en honden moeilijk om dit voor elkaar te krijgen? En waarom wordt de Hier eerder een Help!

Wat me opvalt bij veel combinaties baas-hond is dat er vanuit de hond weinig (of helemaal geen) aandacht is voor de baas en dat de baas het moeilijk vindt om echt enthousiast te zijn wanneer de hond zijn aandacht wel richting de baas geeft. Gemiste kans!

Immers waarom zou de hond naar je toe komen als hij merkt dat er stoom uit je oren komt van frustratie, of dat je toch nog boosheid in je stem hebt als hij eindelijk aangesukkeld komt. Of omdat hij wel een aai krijgt maar dat is het dan. Zou jij dan naar jezelf toekomen in zo’n geval? Ik niet.

De grootste uitdaging voor die baasjes ligt vaak in het aantrekkelijker worden voor hun hond. Want waarom zou hij voor jou willen kiezen in plaats van die prikkel verderop? Een hond is een opportunist: levert iets hem niks op, dan zal hij voor iets anders kiezen wat hem wel wat oplevert.

Het begint natuurlijk al bij de hond als pup. Wat ik vaak zie is dat pups veel ruimte krijgen van hun baas. Lange lijn, lekker spelen, opspringen en snuffelen aan andere honden, bazen, spullen, graspollen etc. Hartstikke leuk en goed voor de socialisatie. Tenminste… als dit met bewustzijn van de baas gebeurt. Maar al die ruimte die een pup krijgt is niet zomaar goed voor hem. Het biedt hem uiteindelijk niet een veilig gevoel.

De moederhond begint in het nest al met regels en begrenzingen zodra de pups gaan lopen. En binnen die regels en begrenzingen is er heel veel liefde, respect en vertrouwen over en weer. Iedereen weet waar hij aan toe is, voelt zich veilig, geliefd en onderdeel van de roedel.

Wij zijn de nieuwe roedel voor de pup en we zijn dus m.i. verplicht aan die pup eenzelfde veiligheid te bieden als die hij in het nest gewend was te krijgen. Doen we dat niet, dan ontstaat rebellie. Zo simpel is het. Want dan gaat die pup het zelf wel even regelen.

Dus, regels en begrenzingen: nu is het etenstijd, nu is het speeltijd, nu is het rusttijd, hier mag je wel komen maar daar niet, hier mag je wel op kauwen maar daaraan niet, etc. En binnen die begrenzingen en regels spelen we met de pup, trainen we hem nieuwe vaardigheden, belonen we hem uitbundig voor wat hij allemaal al kan, laten we hem op een gecontroleerde manier de wereld verkennen, beschermen we hem voor ‘gevaar’, wandelen we en leren we hem naar ons toe te komen als we hem roepen. Of als hij uit zichzelf al naar ons toekomt belonen we hem daar uitbundig voor met een knuffel, voertjes en spelen. Niet op een hyperactieve manier, maar vanuit een kalme liefdevolle houding. Net als zijn moeder ooit. Want dan zijn we de superbaas voor ze! Waar ze graag bij zijn en naar toekomen. Dan wordt Hier ook echt een Hier!

De mythe van dominantie

Vaak horen we, in een gebied waar meerdere honden worden uitgelaten, mensen zeggen: “mijn hond is dominant hoor”. Of “nou, jouw hond is dominant zeg, mijn hond krijgt helemaal geen ruimte”. Herkenbaar??

Wat die mensen bedoelen heeft echter helemaal niets te maken met dominantie. Daarom noem ik het de mythe. Het is een misvatting die veel voorkomt en dient uitleg.
Dominantie komt enkel voor bij honden binnen de roedel en gaat over de relatie. En rangorde ontstaat als alle onderlinge dominantie-relaties zijn geregeld. Ik kom daar verderop op terug.

Wat bovengenoemde mensen eigenlijk bedoelen is brutaliteit of spelenderwijs ontdekken bij de andere hond “wie ben jij en waar sta jij?”
Honden die niet in dezelfde roedel leven, wat meestal het geval is, ontmoeten elkaar op speelplekken, losloopgebieden of op de stoep. Vaak kennen ze elkaar van eerdere ontmoetingen maar ze hebben geen relatie. Jouw hond ziet een bekende hond uit een andere roedel. Niet meer, niet minder.

Binnen de roedel bestaat dus dominantie. De hoogst geplaatste hond geeft signalen:
bijv. een hoge zelfverzekerde houding, oren naar voren, het over de snuit ‘bijten’ van een lager geplaatste hond. De lager geplaatste hond geeft signalen: bijv. lage houding, oren laag, het likken van de mondhoeken van de hoger geplaatste hond.

Onze roedel bestaat uit ons gezin (met al of geen partner of kinderen) en onze hond(en). Als het goed is staat de volwassene het hoogst in de rangorde en maakt die dat op een kalme en liefdevolle manier duidelijk aan de kinderen en aan de pup die in het gezin komt door regels en grenzen te stellen. Maar binnen de roedel zijn diverse relaties. Tussen de partners onderling, tussen de ouders en evt. kinderen, tussen de kinderen en tussen al deze mensen en de hond. In een gezin met meerdere kinderen, zijn het er dus nogal wat. Dat zijn de dominantie-relaties die vervolgens de rangorde aangeven. Die relaties worden gelegd vanuit respect en vertrouwen en niet vanuit dwang of agressie.
(o.a. bekend vanuit onderzoek door Joanne A.M. van der Borg, 2015)
Zo is het te begrijpen dat dominantie dus nooit speelt tussen vreemde honden.

Wat doen die honden dan wel op dat speelveld? Ze bootsen na, proberen uit, en meten hun krachten. In spel tussen ‘vreemde’ honden kun je dezelfde gedragingen vinden als in de roedel. Ook dan zie je honden die bek likken bij andere honden, een hogere houding aannemen dan de ander of wel even de regels van het spel willen bepalen.
En waarom er problemen kunnen ontstaan tijdens spel tussen vreemden: “ik heb geen relatie met jou, wie ben jij dan wel om mij de les te lezen”, of brutaliteit door op te springen tegen alles wat beweegt en zo de persoonlijke ruimte van de ander niet respecteren. Dan kun je een snauw krijgen. De hond die snauwt is dan niet dominant maar laat gewoon zien waar hij niet van gediend is.